Mijn leven is het enige dat haast heeft.
In het bos stroomt kabbelend een beek.
Ik mag mij minder druk gaan maken.

Het water vraagt nooit naar de richting.
De oever raakt ook nooit van streek.
Mijn leven is het enige dat haast heeft.

De sneeuw komt weer met een nieuwe lichting.
Bedekt de aarde met een witte glans.
Ik mag mij minder druk gaan maken.

De witte deken verandert in het water
dat om de stenen in de diepte danst.
Wie denkt er nu aan morgen en aan later?

Deze stroom klinkt altijd uitgerust.
Ik word mij van de eeuwigheid bewust.
Ik mag mij minder druk gaan maken.

Ik verlies wat ik met spanning won.
Hij verlaat niet wat Zijn hand begon.
Mijn leven is het enige dat haast heeft.
Ik mag mij minder druk gaan maken.