De bergen sprongen als rammen op,
als lammeren dansten de hemels.
De aarde beeft, haar rotsen splijten :
herstel haar scheuren voor zij breekt.

Dan stroomt de vrede omlaag van de bergen,
en van de heuvels het recht. Nu
hoor ik een stem, die ik nooit heb gehoord :
Ik heb u de last van uw schouders genomen.

Aanhoor de stem die uw aandacht vraagt,
want Gij zijt mijn God en mijn koning,
een heerlijk land is mij toegemeten.

Mijn erfdeel is al wat ik wens.
Zijn toorn duurt kort, maar zijn genade levenslang,
de avond brengt geween, de ochtend blijdschap.