Dagelijks moet door de kamers van mijn hart,
om die schoon te maken: een stoffer,
want in al dat stof kan geen rein offer;
plaatsvinden, dan raken stof en offer verwart!

En de ramen van mijn hart dan? Ja die,
die zijn zo troebel, dat ik Hem niet meer zie.
Dan moet ik gebruiken: een spons,
met op mijn voorhoofd misschien wel een frons.

Wat ligt er zoal in de kamers van mijn hart opgestapeld?
Is er misschien ook nog van die oude zuurdesem?
Dan moet door mijn hart: de bezem,
om het op te ruimen en te werpen op de vuilnisbelt!

Heel de inrichting van mijn hart is ook nog versleten,
dus zal ik ook nieuwe dingen moeten kopen!
Maar kan ik dat wel betalen? Want ik heb vergeten;
Te sparen! Dan maar op betere tijden hopen?

Geboend, geveegd, gepoetst en nog niet schoon.
En als je naar binnen kijkt is het geen vertoon.
Ja en dat is ook nog mijn verdiende loon.
Moet ik hier in het stof voor eeuwig wonen, zonder de Zoon?

Nee, er is nog één "schoonmaakmiddel" voor u en mij.
Een middel, vloeibaar en rood gekleurd
en al heb ik dat kostbare middel verbeurd,
-- want het is heel duur betaald-- Hij

biedt het gratis aan op de markt van vrije genade.
Daar, naar die markt zal ik wel moeten heengaan.
Niet alleen voor hèt middel, maar ook om te ondergaan:
Het opnieuw geboren worden, of lijd ik liever schade?

Het stof kan zo'n dikke laag worden in mijn hart,
dat ik daarover zelfs heb: geen enkele smart!
Laat ik dan gebruiken, die stoffer, spons en bezem.
Als het mij maar brengt bij Hem!

Hij is hèt middel, ja Hij alleen.
Hij reinigt volkomen, ga dan nergens anders heen.
In Zijn woord zal ik Hem vinden,
Heere, wil dat op mijn hart binden!