O spiegelbeeld vertel me even:
Ben ik het waard een kind van God te zijn?
Kan ik voor Zijn aangezicht verschijnen,
mag ik voor eeuwig bij Hem zijn?
 
Spiegelbeeld jij kan het weten,
wat ik aan zonden heb misdaan.
Ik heb mij als een beest gedragen,
zou ik dan nu naar Hem toe kunnen gaan?
 
Och spiegelbeeld ik moet je zeggen:
ik ben bang om voor de bijl te gaan!
God wil toch geen zondaars horen,
die anderen naar het leven staan?
 
Spiegelbeeld laat mij toch eens weten
hoe jij over deze dingen denkt.
Misschien dat ik dan wel kan geloven
dat Christus alleen ware liefde schenkt!
 
Mijn evenbeeld zal ik je eens vertellen
dat ieder mens een zondaar is!
Het beeld waar jij naar staat te kijken,
deed ook veel verkeerds als ik me niet vergis!
 
Maar als we nou eens samen knielen,
en vragen om vergiffenis.
Zou God ons dan nog van zich weren
en zeggen: Ik doe niks op jouw bekentenis?
 
O spiegelbeeld, ik kan niet anders
dan zeggen: ja, laten we gaan tot Hem.
Want we zullen kleur moeten bekennen,
En moeten luisteren naar Zijn stem.
 
Kom spiegelbeeld, zullen we samen bidden
en Hem smeken: neem ons aan!
Bij Hem alleen is er nog redding.
Want Hij laat geen bidder staan.