Zelfs in de tijd van winter
en van kou,
is er voor vogels
nog wel
wat in een tuin te vinden.

Want menig mens
die bindt er,
een string van pindanoten,
geweven aan een touw,
strooit zaden op de grond,
wat water,
in een kommetje gegoten.

En vogels zoals spreeuwen, merels,
mussen, vinken en ook mezen,
weten heel goed
bij welk huis,
in welke tuin,
zij moeten wezen.

Ze weten
waar
de lieve mensen wonen,
zij die hun voeden,
juist als het is
zo koud en kil.

De vogels vinden wel,
wie hun voor dorst
en honger
dan behoeden.

En onbekommerd,
zonder zorgen
zo gaan zij,
vertrouwend op die hulp,
dan elke dag op reis.

Niet denkend aan de dag van morgen,
slechts voor vandaag de dag,
en op hun eigen vogelwijs.

En als zij struinen dan,
bespieden zij elk straatje
en elk wijkje.
op zoek in dorp of stad.

Verlangend naar
een veilig koninkrijkje,
ontdekken dan uw tuin,
bezaaid in overvloed
met olierijke zaden,
en worden zij gevoed.

Zoals dan u zo liefdevol
voor vogels zorgt,
en elke dag ze voedt,
weet dat Uw Hemelse Vader,
hetzelfde voor u doet.

Juist in een kille
en een koude tijd,
Zal ’s Heren Liefde u omgeven.

Zoek eerst Zijn Koninkrijk
Zijn Liefde,
Zijn Gerechtigheid.

Kies zo de weg ten leven
en vrede,
in uw hart en geest
al wat u nodig hebt,
wordt u erbij gegeven.

( Mattheus 6 verzen 25 t/m 34)