Het lange linnen
witte kleed
ontvouw ik
en maak
het gereed
voor 's Heren
tafel
het late licht
van zon verschijnt
flinkert
door hoge ramen
over het
reine wit
van het teer
gespreide
laken,
weerspiegelt
zich dan
vele malen
op bekers
en schalen
en verdwijnt...

Ik ben met God alleen
en voel mij
overladen
met goedheid
ik zou Hem
willen geven
als Maria
nardus of bloemen
iets van leven...
maar nee
ik zal hier met
heel Uw volk
en kinderen
getroffen door hun
zonde
door hun leed
de kelk des heils
in onze handen
nemen

want alle dingen
zijn gereed.