Wij vragen naar profeten,
de zieners van de tijd.
Zij die niet zijn vergeten
dat God de wereld leidt.

Wij vragen open ogen
die lezen nog Het Woord,
dat voor de mensen zo bewogen
het hemels visioen verwoordt.

Waar zijn de vingers die nog wijzen
naar wat toch zo belangrijk is.
Waar de vertellers die God prijzen
met waardige gedachtenis?

Wij vragen zegenende handen
van mens tot mens gestrekt.
Een wind die 't Woord laat branden
en mensen uit hun matheid wekt.

O moeten wij ons niet gaan schamen
dat wij niet opstaan in de tijd.
En soms vol liefde dan be-amen
dat God om onze matheid schreidt?