Zoals de graankorrel valt
en verdwijnt in de aarde
om vruchten te dragen,
zullen wij moeten gaan.
Wij moeten gaan in de diepte,
opdat iets moois zal ontluiken,
van niets naar iets moois,
wie durft dat nog aan?

Wie durft nog te gaan,
in de diepte der aarde.
Wie durft af te sterven
tot een compleet lege huls?
Wie durft te verwachten
en het nog te geloven,
dat de Vader zal geven,
een nieuwe impuls?

Durf jij nog te volgen,
door jezelf te verliezen?
Of is jouw leven je lief,
wil jij het niet kwijt?
Durf jij te komen,
opdat iets moois mag ontspruiten
en de vruchten gaan groeien,
waardoor jouw leven verrijkt?

Als een graankorrel gaan,
ter verheerlijking van Jezus,
tot vruchtbaar geheel,
door iedereen aanschouwd.
Jezelf weggecijferd,
volledig gegeven,
tot iets nieuws ontplooid,
omdat jij van Hem houdt.