ook ik
was mijn handen
- net als Pilatus-
in 'onschuldige' staat
en weet dan
van de Koning
vaak geen kwaad 

ook ik
verlaat als Judas
de Bovenzaal
voor het grote geld
en ben dan
vergeten dat Hij
al mijn haren heeft geteld

ook ik
ben een Emmaüsganger
stikkend in mijn verdriet
zonder hoop
en heb dan
niet in de gaten
dat de Heer naast me loopt

ook ik
roep keihard
“ik blijf altijd naast U staan“
en hoor dan
- net als Petrus-
na drie, na zeven
maal zeventig keer
steeds het kraaien van die haan

ook ik
beken het, Heer,
ik ellendig mens,
ik bid het nu
vergeef me
en help me,
want ik kan niet zonder U