De Schriftgeleerden en Farizeeërs
brachten bij Jezus een vrouw
schuldig bevonden aan overspel
hun verzoek: een oordeel heel gauw.

Maar Jezus doorzag hun motieven
Hij sprak; wie zonder zonde is werpt een steen
Hij bukte zich en begon te schrijven
de geleerden keken over Zijn schouder heen.

Eén voor één dropen ze af
ze zagen wat Hij daar schreef
hun namen in het stof gegrift
want ook zij gingen over de schreef.

De vrouw werd door Hem niet gestraft
Hij sprak enkel deze woorden;
zondig van nu aan niet meer!
Ik breng je naar hemelse oorden.

Ook voor jou geef Ik mijn leven
iedereen is een kind van God
houd van Mij en Mijn geboden
daarmee bepaal jij je eeuwig lot.

Joh. 8: 1-11
Jeremia 17: 13
Geschreven worden in hemels boek des levens of in het stof der aarde.