Een kunstwerk
toonde hem
een lege kerk
met rijen stoelen
temidden van pilaren.
Op één der stoelen
zat een vrouw,
gebogen, in gebed.

Zo stelde hij zich
Hanna voor, de profetes
die onophoudelijk
bleef vasten in de tempel
en die er was
toen Jezus op de arm
van Simeon werd gelegd,

die hulde bracht aan God,
sprak over ‘t Kind
van de bevrijding,
Hanna, genade
brachten zij,
vrede en goede tijding.


Bij Lucas 2 :36-38.