Diep geworteld verdriet
omdat hij niet kan spreken
Hulpeloos zijn blik als
men hem wil onderbreken.
 
Begrip, dat kent hij niet
Als hij van zich laat horen
Is het ongeduld met hem
als pijlen die doorboren
 
Maar zie, er wordt beloofd
dat de duisternis gaat wijken
Ogen zijn niet blind meer
en doven kun je bereiken
 
Want een Koning zal regeren
wat slecht is, is geweken
Hij wil een schuilplaats zijn
waar de stamelaar mag spreken.