Jeruzalem

Jeruzalem, Jeruzalem trappelend in uw geboorte bloed
Geen oog zag u, voor niemand was u goed
Toen kwam Hij voorbij
Zag u liggen in 't veld en zei... Leef! Ik wil dat u leeft!

U groeide bij Hem op, werd een prachtige vrouw
De liefde kwam, Hij sloot een verbond, zwoer u trouw
Waste u schoon, wreef u met olie, kleedde u in fijn linnen
U at koninklijk, Hij versierde u met zilver en gouden ringen

U werd beroemd, groeide op om koningin te worden
Dankzij Hem was u werkelijk prachtig geworden

Maar u, Jeruzalem, prachtige vrouw
U, u was Hem niet trouw

Maar Hij blijft u trouw, zal u maken tot een Bruid prachtig als een edelsteen 
Als rode jaspis schitterend als kristal, zo is er geen een
Jeruzalem, vrouw van het Lam, God zal in u wonen
Jeruzalem, Zijn Zoon zal in u Tronen

Hij zal alles nieuw maken, levend water laten stromen
Er zullen staan aan de rivier levensbomen
Geen vervloeking meer, geen tranen, geen nacht
Want Jezus Christus heeft alle macht
Jeruzalem u zult zijn die prachtige vrouw 
Jeruzalem u zult Hem zijn voor eeuwig trouw 

Ezechiël 16
Openbaring 21 en 22