Deze plaats van rouw en verdriet
geen mens die onze ellende hier ziet
Hij is van ons heengegaan,
kom laten we naar Emmaüs gaan.
 
Lang en stoffig is de weg
wie geeft ons verlossend uitleg.
Laat ons niet aan de kant blijven staan,
kom laten we naar Emmaüs gaan.
 
Een vreemdeling die met ons liep
en ons tot werkelijk inzien riep
sprak ons zo doodringend aan
maar wilde bij Emmaüs verder gaan.
 
Hij kwam toch met ons, brak het brood
vertelde ons van de wereldnood
wij hadden de schriften niet verstaan.
Kom, laten we naar Emmaüs gaan.
 
Kom vrienden, Hij is opgestaan en leeft
die al onze zonde en schuld vergeeft.
Gorden wij ons dan nu allen aan.
Kóm, laten we naar Emmaüs gaan.