Luisterend naar de woorden van het leven
zat Maria aan de voeten van de Heer.
De uitleg van de Thora, door Hem gegeven
vervulden haar leven steeds meer en meer.

Haar zus bleef trouw voor alle dingen zorgen,
er was veel werk en eten moest er komen.
Dan ook nog denken aan de dag van morgen
en zie, Maria zat aan Jezus voeten maar te dromen.

Het werd haar toch te veel, niet te verdragen.
'O Jezus doet U dat geen groot verdriet,
ik sta alleen en zorg alleen hier alle dagen,
en Maria zit daar maar en helpt me niet.

In jezus blik is nu alleen maar mededogen.
'O Martha, zo te zien heb je misschien gelijk.
Je doet wel goed maar sluit de aardse ogen
voor het belangrijkste, het Hemels Koninkrijk.

Je maakt  je druk voor vele aardse zaken,
maar weinig is er nodig, of slechts één.
Maria weet wat haar gelukkig kan gaan maken;
het Woord van God, ja dat alleen.'