Onze zonden klagen ons aan o God.
Ze staan ons voortdurend voor ogen.
We zien dat wij U tekort hebben gedaan.
We hebben in alles tegen U gelogen.
 
Ons eigen ik lieten we boven alles staan.
We kennen onze overtredingen en gebreken.
O God hoe maken we dat ooit nog ongedaan,
als we steeds in ons eigen ik blijven steken?
 
Reinigt U ons Heer en kom ons te hulp.
Hoe kunnen we anders U onder ogen komen?
Er is geen andere weg dan langs Christus te gaan.
Heeft Hij aan het kruis alles niet op zich genomen?
 
Ons hart klaagt ons aan, het roept tot U:
Kom ons te hulp Heer, bevrijd ons van zonden.
Wees ons genadig o God en reinig ons hart.
Opdat wij genezen van al onze wonden.
 
Vernieuw ons gebroken hart, vul het met Uw Geest.
Een geslagen en gebroken hart zult U niet verachten.
Open onze lippen Heer zodat we met onze mond.
Uw lof verkondigen en het alles van U verwachten.
 
Och Heer, reken ons onze zonden niet toe.
Laat uw vreugde over uw Heil weer in ons wonen.
Dat we in Sion mogen bouwen aan uw Heilige muur.
Het Nieuw Jeruzalem op uw Heilige berg mag tronen.
 
Dat we eens bewoners van die schone stad mogen zijn.
Om in haar straten van goud uw vreugde te ervaren.
Daar zal eens in de liturgie van het gebroken hart.
Uw genezende werk in ons zich openbaren.