Wees mijn nerf,
mijn zout tegen bederf
mijn licht tegen versterf.
Laat uw bloedlichamen vloeien
en in mij de wonden schroeien
tot in de vaten van mijn haar.
Zonder U wil ik niets doen.
 
Wees mijn stam,
mijn steun tegen verlam
mijn beschermende dam.
Laat Uw levenssap mij vullen
dat wij samengroeien zullen
gearmd, verstrengeld in elkaar.
Zonder U kan ik niets doen.