De HEER zal zitten op de groene helling;
woorden spreken die louteren,
onze harten vurig maken,
totdat wij branden zullen binnenin.

De HEER zal naast mij zitten;
zijn mensenwoorden louterend vuur.
Brood zal Hij nemen en delen,
zoals een moeder het kind mij delen leren.

De HEER naast mij,
zoekt mijn ooghoogte op.



(bij Maleachi 3:3. Hij zal zich neerzetten als wie zilver smelt en reinigt, hij zal de zonen van Levi reinigen en hen louteren als goud en zilver; worden zullen zij voor de Ene brengers van een broodgift in gerechtigheid.)