Ik keek achterom en zag
wat ik allemaal had gedaan,
trots op mijzelf door het harde
werken had ik hier veel staan.
 
Genieten van de feesten
die er mochten zijn,
wat was ik gelukkig en
wat voelde ik mij fijn.
 
Ik had alles wat ik wilde
in mijn leven gekregen,
maar is dit nu eigenlijk
wel het echte leven.
 
Ik ben altijd maar aan
het werken geweest,
waarom toch, had ik
maar anders geleefd.
 
Weet je wanneer je gelukkig
mag zijn in dit leven,
als je tevreden bent met wat
je van God hebt gekregen.