Vol verlangen wachtte ik op de Heer.
Ik riep naar Hem, Hij boog zich naar mij neer.
Hij hoorde mijn roepen en redde mij.
Vol liefde trok Hij mij omhoog en maakte mij vrij.
Op vaste grond zette Hij mij neer.
O, wat verlangde ik naar die Heer!
 
Nu heb ik een nieuw lied van Hem gekregen
Het is een loflied en ook een zegen.
Zingend, jubelend kan ik Hem weer eren.
Laat ieder die het hoort zich naar Hem keren.
Zodat zij ook vol verlangen wachten op de Heer.
En vertrouwend zullen zingen, tot Zijn eer.