Een ondiepe greppel
modderstroompje meer niet
nauwelijks reikend tot de enkel
stroomt steeds verder

uitslijtende aarde
een slootje met helder water
tot aan de kniëen
en de stroom zwelt aan

een sloot sluit aan
wordt een beek
helder en tot de heupen
verder stroomt het zwellend water

de beek wordt een bruisende rivier
kolkend  heftig en diep
meegezogen moet je zwemmen
je bent in de diepte van je zijn.

Ezechiel 47; 1-12