’s Morgens als de vogels zingen
en je gewekt wordt uit je slaap
Tel je weer de zegeningen
omdat je weer bent ontwaakt.

Je begint met je ochtendritueel.
Uit de kraan komt schoon water.
Zonder nadenken is er zoveel
wat voor velen niet gewoon is.

Wij leven in een goed land.
Niet ieder is zich dat bewust.
Nodig je daarbij God aan je kant
kan je hele dag niet meer stuk.

Je hebt het licht in je ogen,
er ligt voedsel op je bord.
Je bedankt met hoofd gebogen
voor onze zorgzame God.

Jij wilt bevoorrecht zijn tonen
voor de mensen om je heen.
Je bent bewust dat velen wonen
in een huis niet eens van steen.

Geven om anderen is een gave
door God in ons hart gelegd
als een deel van Zijn genade.
Mens wat een groot voorrecht!

Werken voor Hem geeft een blijheid
die nergens mee is te vergelijken.
Een vleugje van de eeuwigheid
waar jij je leven nu mee verrijkt.