Er welt een
loflied in me op
dat juichend in me
zingen gaat.
Dit lied, dat wordt
mijn levenslied,
omdat mijn Heer,
die trouwe God,
mijn harde hart
heeft aangeraakt.
God heeft van mij
Zijn kind gemaakt.
Nu mag ik aan
Zijn Vaderhand
voortaan….
door ’t leven gaan.
 
Er welt in mij
een loflied op
dat juichend
in mij zingen gaat.
Een lied op God
mijn toeverlaat!

Ezechiel 36; 26
Jesaja 25: 1 en 9