Hoe schitterend, het hemels vergezicht :
door zonlicht overgoten landerijen,
de levendigste kleuren, waar in rijen
Gods bloemen stralend schenen van Zijn licht

doordrongen, dankbaar levend in het Licht,
speels fladderende vlinders, vogels, bijen
op bloesems die goed leken te gedijen
bij vijvers, vervolmakend 't droomgezicht.

Hoewel de ganse dag de zon niet scheen,
bleef aanhouden 'n gevoel van groot geluk,
een vreugdgevoel dat heel het hart doorscheen,

een hart dat van iets kleins reeds raakt verrukt.
God doet dat soms in zorgen en geween,
dat Hij voor ons een stukje hemel plukt.