Je had zo lief alles op aarde,
de bloemen, de bomen en de zon.
Je zag zo graag dat God je spaarde,
maar wist dat 't niet meer kon.

Je had zo lief het aardse leven,
al werd je ook zo vaak geslagen.
Je moest zo veel uit handen geven;
maar wist: 'Ik word gedragen.'

Je had zo lief Christus je Heer,
al moest je toch veel lijden.
Al deed het leven soms zo zeer,
je wist: 'Hij zal me eens bevrijden.'

Het lieve leven met zijn pijnen,
maar toch de bloemen en de lach.
De zon die nog bleef schijnen
en elke nieuwe aardse zonnedag.

Het gaf zo'n pijn om los te laten,
het leven dat je zo hebt liefgehad.
Maar jij ziet nu de gouden straten
van Jeruzalem, Gods mooie stad.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment