Als ik ga door de dalen,
en op de bergen sta.
Kan ik niet  meer verdwalen,
ga aan de hand van God.
Hoe soms de storm ook woede,
Hij is mij steeds nabij.
In vele tegenspoeden,
staat Hij mij steeds terzij.

In vreugde en in tranen,
in blijdschap na verdriet.
Mag ik nu blij verhalen,
wat aan mij geschiedt.
Dat nu Zijn licht mag stralen,
mijn hart is nu verblijd.
Hij is 't die mij verloste,
de dank is Hem gewijd.

Aan Zijn hand ga ik verder,
de toekomst tegemoet.
Met Hem als Heer en Herder,
Hij geeft mij overvloed.
In mijn hart is nu vrede,
geschonken door de Heer.
Ik dank U, o mijn Heiland,
een slaaf ben ik niet meer.


Melodie: Op bergen en in dalen.