Heer, in Uw heilig woord staat geschreven,
tot U te komen in angst en beven,
daar Gij een God zijt van wrake en toorn,
wij mensen ontvangen, in zonde geboren,
zo dat wij Uw liefde niet waardig zijn
en dat wij verdoemd zijn tot angst en pijn,
niet de hemel, maar de hel verdienen,
niet vrolijk mogen zijn, maar slechts grienen,
in Uw ogen, eigenlijk niet bestaan,
o Heer, zie toch ons arme zondaars aan!

Dit, o Heer, kan heus niemand ontkennen,
want wij zijn, in Uw ogen, onrein,
aan Uw Wetten kunnen wij niet wennen,
omdat wij in zonden geboren zijn,
verdienen uit onszelf Uw hemel niet,
dat weet ieder die zijn leven beziet,
geef dat niet wij ons leven bepalen,
wij zouden slechts missen, en... falen,
in Uw ogen Heer, kunnen wij niets zijn,
ons geloof is zo miserabel klein.

In Uw heilig woord staat ook geschreven,
Gij hebt ons geschapen tot eeuwig leven,
dat Gij, Uw Zoon naar ons hebt gezonden,
tot vergeving, verzoening van zonden,
dat Hij voor ons op aarde is gekomen,
en alle zonden op Zich heeft genomen,
Hij wil ons bevrijden van angst en pijn,
Hij wil een middelaar voor ons zijn,
Die ons absolute vergeving belooft,
ieder, die Zijn lijden en kruisdood gelooft.

Dit alles Heer, staat in Uw heilig woord,
wij hebben het zelf gelezen of gehoord,
zo wij Uw heilige wetten verstaan,
trekken wij, o Heer, het boetekleed aan,
maar, horen wij dan Uw Zoons belofte, Heer,
dan danken wij slechts, en boeten niet meer,
begrijpen dat wij, door Zijn liefde en lijden,
en gesteund door Zijn kracht kunnen strijden,
en dat, als onze tijd komt van sterven,
wij een plaats in Uw heiligdom verwerven.