Veilig in de armen van Jezus.
Veilig aan zijn Vaderhart.
Daar mag ik in vrede wonen.
Na alle aardse smart.
 
Veilig in de armen van Jezus.
Veilig wonen in zijn huis.
Na alle aardse zorgen,
kom ik veilig bij Hem thuis.
 
Daar mag ik wandelen met Jezus.
Door de straten van geluk en vree.
Aan zijn hand ben ik veilig,
en ga ik rustig met Hem mee.
 
Hij leidt mij langs gouden wegen.
Waar de levensstroom ontspringt.
Hij leidt mij aan de koele wateren.
Waar het engelenkoor al zingt.
 
Vol verlangen treed ik nader,
om te juichen voor zijn troon.
Om te zingen van genade.
Mij geschonken door Gods Zoon.
 
Dan zie ik mijn Heiland stralen.
Hij kijkt vol liefde op mij neer,
Mijn kind, zegt Hij, jij mag voor eeuwig
wonen, in het huis van God je Heer.