Ik leef, jij leeft, hij leeft, zij leeft, wij leven
en willen blij U voor dit voorrecht danken.
Ik dank, jij dankt, hij dankt, zij dankt, wij danken
U voor het leven elk van ons gegeven.

Ik geef, jij geeft, hij geeft, zij geeft, wij geven
om 't leven, door U elke dag te danken.
Ik dank, jij dankt, hij dankt, zij dankt, wij danken,
dat wij in vreugde samen mogen leven.

Door 't hart zal Zijn licht in ons leven stromen,
als wij Hem willen danken voor de dagen
van gisteren, vandaag, die morgen komen.

Het leven zal veel lichter zijn te dragen,
als Hij zal zenden, van het licht gekomen,
Zijn engelen met lichte vleugelslagen.