wij zullen op die dag zeggen: wij danken U, Heer,
want Uw toorn heeft zich afgewend en Gij vertroost mij
Gij zijt mijn heil, ik vertrouw U, en ik vrees niet meer,
mijn sterkte en mijn psalm is de Heer, Hij staat mij bij

Hij Zelf, God de Eeuwige, is mij tot heil geweest,
met vreugde zal ik ‘t water scheppen uit Zijn bronnen,
en wij zullen spreken, en zeggen tot wie dit leest:
de Heere laat nimmer los wat Hij is begonnen

looft dan de Heere, en roept Hem aan in vindenstijd,
maakt onder alle volken Zijn grote Naam bekend,
Zijn Naam: Die is verheven, in tijd en eeuwigheid
psalmzingt de Heere, met stem en hart en instrument

de Heere verlost, Hij heeft grote dingen gedaan
dit worde bekend aan alle inwoners der aard’,
juicht en jubelt, allen die op weg naar Sion gaan,
daar is de Heilige van Israël, Hij is ’t waard

om eeuwig lof en eer aan Hem te brengen, aan Hem
Die groot is in uw midden, Die in uw midden woont
in de Stad der Steden, Zijn hofstad Jerusalem:
onze Koning is met eeuw’ge heerlijkheid gekroond

bij Jesaja 12