Ik dank U voor die blijde lentedag,
het prille groen, het zoemen van een bij,
de tulpenpracht, "wordt het een hij of zij",
voor 't leventje dat ik voor 't eerst toen zag.

Ik dank U voor die mooie zomerdag,
de zon die scheen, vakantie was nabij,
de rozenpracht, "wordt het een zij of hij",
voor 't wezentje dat teder daar toen lag.

De tulp, de roos, zij geven kleur en sier,
seizoenen bloeiend in mijn tuin van 't leven.
Er groeide ook een boom toen, groot en fier,

waar ik vaak in de schaduw heb verbleven.
Dank Heer, voor 't mooie weer en het plezier,
geluk dat deze tuin mij heeft gegeven.