Duizendmaal tienduizend klaprozen staan
zomaar langs de snelweg van mijn bestaan.
Zo zwierig, zo fris,
zomaar... o, waar vandaan?
Zou ik niet vaker eens stil blijven staan?
Mijn schepper, U hebt het fantastisch gedaan!
U wilt mij wat leren, van nu aan.
 
Duizend tienduizend maal dank U Heer!
Schatrijke schepping, wat wil ik nog meer?
Zou ik niet veel vaker stil moeten staan?
Schepper, U hebt het fantastisch gedaan!
 
Duizend tienduizenden bermbloemen staan
sierend de snelweg van mijn bestaan.
Heb ik er zicht op, of gaat ‘t mij niet aan,
voor wie ze daar bloeien, voordat ze vergaan?
 
God, U brengt kleur aan mijn
daag’lijks bestaan.
Heb ik er zicht op
of
gaat ‘t mij niet aan?