Heer, 't leven is een doortocht,
een lange, lange reis.
Al lopend, eerst nog heel alleen
gaf U de toegang prijs
van 't einde van mijn reizen,
de finish - werd gezegd -
terwijl ik telkens had gedacht,
die grote stad reeds weggelegd
voor mij, met al mijn zonden
in zelfbelang verricht?...
Maar 'k hoefde slechts te knielen
in 't schijnsel van Uw Licht.

Nu zijn we saam op doortocht,
'k zie steeds, steeds dichterbij,
die grote stad, de finish,
want U stierf ook voor mij!