Ik heb een rijke Papa die zorgt iedere dag weer,
maar ik verwonder mij dan ook iedere keer,
dat ik een kind van deze Papa mag zijn,
dat maakt mij dan wel klein.
Veel bezittingen hoeft Hij mij niet te geven,
wil alleen maar voor Hem leven,
want geld wat heb ik daar nu aan,
wil samen met Hem door het leven gaan.
 
Eenmaal dan komt er een dag,
dat ik bij mijn Papa op schoot zitten mag.
Dan zullen we samen ‘live’ kunnen praten,
maar dan zal ik het niet kunnen laten,
Hem een dikke knuffel te geven,
en Papa te danken voor het mooie leven.
Want Hij is met mij alle dagen,
en zal mij door dit leven dragen.