Twee dames gaan samen
met geloof in genezing
van Breda naar Meersel-Dreef

stralende zon wekt hen op
in het ruime schone park
waar de adem der Hemelingen
door lover en over gras strijkt
de beide vriendinnen
ontsteken gewijde kaarsen
wier vlammen schijnen en deinen
ter ere van hun verwanten
die met ziektes kampen

koffie met een versnapering
geeft in spijshuis de Zevenster
plechtig doch ontspannen genot
bij het zien van schilderwerken
waar Gods Blijde Boodschap uit spreekt

ze gaan de deur uit
zware slagregen stort zich
over de geliefde plaats
van bestemming en gebed

een gezegend oord
met geheel eigen reiniging?

het dorp daarnaast blijft droog
de thuisreis geschiedt
voorspoedig met aangenaam weer.