Zwaar vallen mij dagen
van mistroostig somber licht
uren die aandacht vragen
momenten in mijzelf gericht

missen van warmte en zon
klagelijke wind in vlagen
zoeken naar de levensbron
alsof ik alle last moet dragen
van de grillen der natuur

zie slechts donkere wolken
zwaar beladen met kou
waaruit hagel valt als dolken
nergens een plekje blauw.

Maar bij opstaan volgende dag
gloort het licht aan de horizon
over nevel schijnt stralende lach.
Dank Heer, die duister overwon.