lieve Heer
wat ik bewonder
in ons kleine paradijs
vol van bloemen
geur
en tinten
zijn die
kleine creatuurtjes
uitgemonsterd in lakjas
felroodkleurig
zwart gestipt
met antennes op hun snoetjes
onbevangen als zij zijn
eten zij hun buikjes vol
met de bladluis
uit de tuin
volgen wij hun vlucht

van de tientallen bijnamen
die de kever krijgt
is er één
die ons verklapt Heer
dat U de ontwerper bent
beestjes van de lieve Heer

ze doen denken aan
kleinkinderen
die U ons gegeven heeft
grote en kleine creatuurtjes
van de lieve Heer
kleurrijk
in hun doen en laten
onbevangen in hun spel
met genoegen
en verwondering
volgen wij hen
in hun vlucht