Als bloem met mooie kleuren
	zo stond  ik in het veld
	een maaksel van de Vader
	dat was mij wel verteld
	toch zocht ikzelf mijn richting
	vanuit mijn eigen wil
	bleef zo mijn keuzes maken
	maar plotsklaps werd het stil
	De wind begon te rukken
	mijn blaadjes vlogen weg
	de stengel ruw gebroken
	verloren het gevecht
	om daar mijn plek te houden
	mijn dagen nu voorbij
	mijn bloeitijd wreed ten einde
	wie dacht nu nog aan mij?
	Een kleine steel bleef over
	met wortels in de grond
	ik kon nog bij het water
	maar had een open wond
	verlatenheid en weemoed
	gebrokenheid en pijn
	mijn schreeuw klonk luid naar boven
	wilt U er voor mij zijn?
	Een stem klonk uit de hemel
	genade wondergroot
	ontferming, warme liefde
	mijn God die uitkomst bood
	Hij hoorde naar mijn roepstem
	schoof fouten aan de kant
	door Zijn goedertierenheid
	groei ik vanuit Zijn hand.
	 
                    
-