In ’t dorre zand en schrale lucht
door de hitte haast bevangen
voor mezelf alleen op de vlucht
naar vertroostend woord verlangen.
Sleep ik mijzelf moeizaam voort
naar verleidelijk verre horizon
hopend dat daar verlossing gloort
dat daar welt mijn levensbron.
Maar slechts de luchtspiegeling
geeft mij hier een valse hoop
hier zelfs voel ik me als drenkeling
verloren en uitgesloten van de doop.
Toen ik mij ten dode had neergelegd
en zei; “Vader, neem mijn ziel”
richtte Hij mij op die heeft toegezegd
dat Hij mij steunt voor ik ooit viel.
Hij nam mijn hand een keek mij aan
met een blik vol liefde en gena
“Blijf niet vol zelfbeklag hier staan,
je weet toch dat ik altijd met je ga?”
En zie, een stroom vlak aan mijn voet
was uit mijn levensbron ontsprongen
nu en altijd weet ik hoe ik verder moet
op die plek heb ik de Here lofgezongen.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.