Het wollen tafelkleed
kriebelt aan mijn huid
geweven in patroon
met middenin een ruit.

De porseleinen kopjes
met rozen, zo teer,
staan symbool voor haar
zo breekbaar, telkens weer.

Als ik daar dan zit
proef ik in die kamer
een serene rust met
tevredenheid samen.

We praten zomaar wat
zij sopt haar koekje
in de thee en glimlacht
vanuit de stoel in 't hoekje.

Wat mooi als je zo
ouderdom kunt beleven:
dat het leven goed is
omdat je iets kunt géven.

Liefde is prachtig,
vormt een brug
van haar naar mij
en weer terug.

Ik dank mijn Vader
voor wat Hij ons geeft
en dat Zijn Liefde
ons altijd omgeeft.