Zoveel problemen die mij in beslag nemen.
Maar veel te weinig denk ik aan U.

Zoveel zaken die mij steeds weer raken.
Maar veel te weinig denk ik aan U.

Zoveel werk heb ik steeds te verwerken.
Maar veel te weinig denk ik aan U.

Zoveel zorgen heb ik iedere dag vanaf de morgen
Maar veel te weinig denk ik aan U.

Zoveel vragen die me dagelijks weer belagen.
Maar veel te weinig denk ik aan U.

Zoveel zegen heb ik iedere dag weer gekregen.
Maar nóg steeds dacht ik niet aan U.

Zoveel dagen hebt U mij in liefde gedragen.
Zo dikwijls was U mij tot steun en heil.
Toen is eindelijk bij mij ’t besef gaan knagen
dat ik enkel leven mag in Uw welbehagen.