Zul je het begrijpen
als ik je vertel over de pijn
van mijn depressie
die me zo somber doet zijn?
 
Want ik wil vluchten
voor de wanhoopsgedachten,
vermoeidheid en leegte,
die vele slapeloze nachten.
 
Het drukt me terneer
dat ik wel wil, maar niet kan
en zo emotieloos ben…
ach, wie snapt er iets van?
 
Wie ziet mij staan
in mijn eenzaamheid, mijn pijn,
dat God zover weg is
en er voor mij niet wil zijn?
 
Dit is mijn smart:
zelfs mijn vertrouwen is weg.
Ik merk niets van God.
Wie helpt me als ik dit zeg?
 
Wil je me steunen
in mijn verdriet en mijn strijd
tegen ’t depressief zijn,
kan ik mijn pijn bij jou kwijt?
 
Ik heb je zo nodig,
want alleen lukt het me niet.
Leer me  ontdekken
dat jouw God ook mij ziet.
 
 
Dit gedicht is geschreven na een periode van depressiviteit.
Ik was het zicht op God kwijt  en de eenzaamheid als een
verstikkende deken over me heen lag.