De kerkdeur gaat open,
nodigend.
De dopeling blinkt
in lichtend wit.
Het kind neemt op,
straalt uit, verwarmt
een dag met gouden rand.
Hier klinkt de naam
uit de geboortekaart,
ouders antwoorden
op wat wordt gevraagd.
In hun vastberaden ja
is vreugde en ontroering.
Geloof wordt beleden,
het kind ontvangt de doop.
Laat de kinderen komen,
vertel ze van de boog,
zing met hen het hoogtijlied
Lang zal ze leven!
Dit lied heeft een nieuwe
dimensie gekregen.
Verbonden met de doop
wordt het een zegenbede.
en voor een jongen:
Lang zal hij leven
De kerkdeur gaat open,
nodigend.
De dopeling blinkt
in lichtend wit.
Het kind neemt op,
straalt uit, verwarmt
een dag met gouden rand.
Hier klinkt de naam
uit de geboortekaart,
ouders antwoorden
op wat wordt gevraagd.
In hun vastberaden ja
is vreugde en ontroering.
Geloof wordt beleden,
het kind ontvangt de doop.
Laat de kinderen komen,
vertel ze van de boog,
zing met hen het hoogtijlied
Lang zal hij leven!
Dit lied heeft een nieuwe
dimensie gekregen.
Verbonden met de doop
wordt het een zegenbede.
en voor een jongen:
Lang zal hij leven
De kerkdeur gaat open,
nodigend.
De dopeling blinkt
in lichtend wit.
Het kind neemt op,
straalt uit, verwarmt
een dag met gouden rand.
Hier klinkt de naam
uit de geboortekaart,
ouders antwoorden
op wat wordt gevraagd.
In hun vastberaden ja
is vreugde en ontroering.
Geloof wordt beleden,
het kind ontvangt de doop.
Laat de kinderen komen,
vertel ze van de boog,
zing met hen het hoogtijlied
Lang zal hij leven!
Dit lied heeft een nieuwe
dimensie gekregen.
Verbonden met de doop
wordt het een zegenbede.