Woord, belofte, doop en hoop

Wat zou mij zekerheid geven in het leven
als met de dood alles voor niets was geweest
en bleek mijn lichaam slechts stof zonder geest
waarvoor was dan mijn zwoegen en mijn streven

Had ik dan soms alleen op lucht vertrouwd
naïef geleefd, doelloos zwervend over paden
geen zorgen makend over leven of daden
mijn huis als onnozel dwaas op zand gebouwd

Maar ik geloof dat de dood niet het einde is
maar juist de schone kant van het leven
ik leef vertrouwend dat waarachtig en gewis

ons zekerheid op ‘t paradijs is gegeven
reeds door Zijn woord in belofte van de doop
laat Hij ons leven zonder angst, maar in de hoop.