God heeft een plan met deze aarde,
bij Hem van eeuwigheid bekend;
en Hij vindt het van grote waarde
dat ieder Hem bij name kent;
Hij is de oorsprong van het leven
en van de schepping in haar pracht,
dat wat Hij wil, is liefde geven
aan elk die het van Hem verwacht

Hij wil dat wij zelf voor Hem kiezen
om Koning over ons te zijn,
dan mogen wij onszelf verliezen
en van Hem horen: gij zijt Mijn;
in Eden’s Hof mochten we wezen,
daar is het toen niet goed gegaan:
we kozen voor onszelf in dezen,
we moesten toen daar wel vandaan

de schepping moet er onder lijden,
dat komt van eigen wegen gaan;
het blijft zo tot het eind der tijden
dat wij dat hebben te doorstaan,
maar dan komt er de Grote Morgen,
Romeinen acht: zie er naar uit:
dan komt de schepping vrij van zorgen,
zo gaat het, naar de Schrift verluidt

de wederoprichting der dingen:
het wordt zoals het is geweest,
waar wij God’s lof weer zullen zingen
in Eden’s Hof, ’t is altijd feest:
daar is de Koning in Zijn glorie,
Hij Die ons zo heeft liefgehad
daar is eeuwige victorie
in Sion, in God’s gouden Stad

daar is een feestelijk bijeenzijn
met Hem, de Heer der heerlijkheid:
tafels staan daar met brood en wijn,
dat alles is door Hem bereid;
de Heer herstelt de Hof van Eden
om daar voorgoed met Hem te gaan,
waar Hij door ons wordt aangebeden;
er is met Hem een vlakke baan

Hij wandelt in de Hof van Eden,
wij mogen daar rondom Hem staan
en blijven in het eeuwig heden,
zo wil de Heer met ons omgaan;
Hij is de Heer van alle dingen,
Hij deelde onze sterf’lijkheid,
Hij maakt ons tot Zijn hemelingen,
in ’t Vaderhuis, door Hem bereid

de wederoprichting der dingen
zo Hij ze schiep, toen wijd en zijd,
waar wij de Heere gaan omringen:
wij loven Hem in eeuwigheid;
dat is God’s plan met deze aarde,
aan Hem van eeuwigheid bekend,
en voor ons is ‘t van grote waarde
dat Hij ook ons bij name kent

bij Handelingen 3 : 21;
Romeinen 8 : 18 – 22;
Openbaring 21 : 5