Mijn hart looft U
o Heer, geheel en al.
Vrólijk mag ik zijn
en zíngen van uw hoge Naam.

Laat de vijand in mij vergaan
nu U mij recht doet staan.
Omgebracht hebt U
mijn goddeloze tegenstand;
verslágen is mijn zelfzucht:
het is de ruïne van mijn zondig hart.

U, Heer, staat stevig
en toont U als een burcht.
Laat mij U kennen,
U vertrouwen.

Nog eens:
Draag mij uit de dood
die ik zelf heb gekozen.
Draag mij ten leven met U.

Laat goddeloosheid van mij wijken,
vergaan tot in het dodenrijk,
maar sterk mijn zwakke hart,
vernieuw mijn hoop.

Heer, U hebt de macht
laat mij weten
dat ik als mens
slechts leef van U.
Frans den Harder
ingezonden 30 april 2005