De liefde Gods wil ik bezingen.
Hij is nabij in alle zorgen die m' omringen,
zelfs toen de dood mij bijna pijnlijk trof,
was Hij nabij, daarom zing 'k nu zijn lof.

De Heer geeft recht en doet gerechtigheid,
Hij geeft mij steeds ontferming in de tijd
dat ik rust zoek uit pijn en uit verdriet.
Hij maakt mij los, al wat mij treft doet Hij teniet.

Nu loop ik vrij waar leven is in 't land.
Mijn hart wordt gedragen in Zijn rechterhand.
Als alle boosheid mij bedroeft
draagt Hij mijn geloof in wat mijn ziel behoeft.

Ik wil de beker van vreugde heffen en drinken
met allen die Hij nooit in d' afgrond weg laat zinken.
Wie trouw zoekt, vindt bij God bescherming,
hij mag zich laven aan Zijn innige ontferming.

In het huis van mijn Heer wil ik loven.
Waarheid is er, waar wij slechts van dromen.
Mijn hart, ja heel mijn leven leg ik er neer,
in een uitbundig loflied, alles tot Zijn eer.

Frans den Harder