Heer, God die altijd IS,
vaak heb ik aangelopen
achter mijn gedachten. Woorden ,
als waren ze mijn God.

Nu dank ik U.
Mijn lief, mijn troost,
U geeft mij U zelf.
U bent de beker waaruit ik drink.
U bent het brood dat ik eet.

's Nachts en overdag
verheugt heel mijn lichaam zich,
verblijdt zich mijn geest.
Door alles heen stel ik mij U voor ogen.
U laat mij leven.
In U gerust
ben ik geborgen.

Het kwaad en zijn dreigen
Gaan door uw trouw voorbij.
Tot in uw Rijk mag mij hart wonen bij U.
 

Frans den Harder

ingezonden 5 juli l 2005