Bij U mijn God zoekt mijn gebed verhoring,
ik zoek U dag en nacht, roep uit mijn nood.
De zonden zijn ook mij vaak tot bekoring,
mijn ziel buigt neder, red mij uit mijn dood.

U heb ik vaak geëerd met snarenspel
en ik sprak woorden, U tot lof.
Wees mij een God, en geef heel Israël
ontfermd te wonen in uw hemels hof.

Uw weg te gaan is ons vanouds gegeven,
Uw toekomst geldt elk land, elk volk,
Uw arm vertroostte ons, doet ons nog leven.

Laat milde regen vallen uit uw lichte wolk
en laat geweld niet langer als de donder klinken,
redt ons, laat ons niet in de zonden zinken.
Frans den Harder