die spotten en kleineren hen die op U wachten.
Zij spreken slechts van grondeloos verderven
en willen niet dat wij Uw land beërven.
Geen plaats geven zij het volk van God,
U niet te mogen loven is ons lot.
De aarde door U ons toebedeeld,
hebben z' in wellust onder zich verdeeld.
God, spreek en blijf niet langer zwijgen,
wij zijn uw volk, Uw enige, Uw eigen.
Laat voor uw majesteit hen beven
en richt ons op, geef ons nieuw leven.
Voor U buig ik, mijn hart mag op U hopen,
spreek in mijn ziel, maak toch Uw hemel open.
Dan spelt mijn mond U nieuwe woorden,
verhoogt Uw naam in zingende akkoorden.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.